| Verlating/instabiliteit: |
| Wantrouwen/misbruik: |
| Emotioneel tekort: |
| Tekortschieten/schaamte: |
| Sociaal isolement / vervreemding |
| Afhankelijkheid / incompetentie |
| Kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar |
| Kluwen / onderontwikkeld zelf |
| Mislukken: |
| Veeleisendheid / grootsheid: |
| Onvoldoende zelfcontrole / zelfdiscipline: |
| Onderwerping: |
| Zelfopoffering: |
| Goedkeuring / erkenning zoeken: |
| Negativisme / pessimisme: |
| Emotionele inhibitie: |
| Strenge normen / overkritisch zijn: |
| Bestraffendheid: |
Mijn eigen Schema’s zijn:
Sociaal isolement / vervreemding:
Je hebt het gevoel er niet bij te horen. Je maakt voor je gevoel geen onderdeel uit van ‘de groep’.
Zelfopoffering:
Je bent steeds bezig met het voldoen aan de behoeften van een ander en wilt daarmee een schuldgevoel bij jezelf voorkomen.
Mislukken:
Je bent ervan overtuigd dat je mislukt bent. Alle anderen zijn beter dan jij. Je denkt dat je dom bent en je ervaart geen successen.
Onderwerping:
Je schuift eigen behoeftes en verlangens gemakkelijk aan de kant om waardering van de ander te krijgen. Een ander gevolg is dat je emoties zoals woede verdringt, waardoor je de boosheid opkropt en passief-agressief wordt